22 april Kalibaru - Ubud

Om half zes opgestaan. Rustig ontbeten en ook de vliegende honden wat gevoerd. Gisteren toen het begon te regenen zijn ze vertrokken maar vanmorgen hangen ze er weer. Nadat we ongeveer een uurtje onderweg waren begon de wagen vreemde geluiden te maken. Wagen langs de kant en de motorkap open. Het was niet de motor en ook niet de airco. Toch maar verder. Het geluid was er alleen als we reden dus we dachten dat het van de versnelling of van de wielen moest komen. De chauffeur begon na een tijdje maar eens hier en daar op het dashboard te slaan en plotseling was het weg. Dat was een hele opluchting. Na twee uur waren we bij de pont naar Bali. Die vertrok na een kwartier en was na een half uur aan de overkant. Alleen moest hij ook nog een half uur wachten voor er een aanlegsteiger vrij was. We rijden eerst een stuk langs de noordkust. Het is duidelijk dat we op Bali zitten. Allerlei hindoeïstische beeltenissen, altaren in de tuinen en kleine offerplaatsen bij de voordeur.

Waar de weg langs de zee loopt, zitten heel veel apen. Ze spelen zelfs in zee. De chauffeur raad ons af om uit te stappen. De apen zijn erg brutaal. De stalletjes in de buurt zijn al gesloten omdat de apen de klanten lastig vielen. We rijden vanaf de kust het binnenland in. We moeten behoorlijk omhoog. Het wordt donkerder en het begint hard te regenen. Als we lunchen op een buitenterras kun je nog maar 25 m ver kijken door de regen en de mist. We zitten te rillen. Om vier uur (er is een uur tijdverschil met Java) komen we bij het hotel. Het ligt wel in het centrum maar aan een achteraf straatje. De badkamer is een balzaal maar een restaurant is er niet dus wordt het ontbijt op de kamer geserveerd. We wandelen de stad in. Heel veel buitenlanders. We kopen kaartjes voor een balinese dansvoorstelling. De voorstelling was erg leuk. Kleurrijk en gevarieerd. Na de voorstelling eten we in een van de vele eettentjes.