20 April Bromo - Kalibaru
Blijf op de hoogte en volg Paul en Yvonne
20 April 2014 | Indonesië, Kalibaru
Na een onrustige nacht, blaffende honden en feestende jeugd, werden we om kwart overdrie gewekt. Om half vier zaten we in een kleine jeep en reden de duisternis in. Langzaam werd het drukker en drukker. Na een half uur over kale vlakten en stijle wegen werd de jeep naast de weg geparkeerd achter, naar later bleek, nog honderden anderen. De chauffeur wees naar boven en zei six o'clock. We begonnen aan een wandeling tussen twee rijen geparkeerde jeeps terwijl brommers/motors naar boven of beneden gingen. We wisten niet waar we heen gingen en liepen maar door. Zo nu en dan was er in de verte een onweersflits te zien. Uiteindelijk kwamen we aan het eind van de weg bij een soort theater dat al helemaal vol met honderden mensen was. We wurmden ons naar voren naar een plek waarvan we dachten dat we wel wat zouden zien. Wat we te zien zouden krijgen wisten we eigenlijk niet. Langzaam begon het aan de horizon op te lichten. Er ging een geroezemoes door de menigte. Nu zou het gaan gebeuren. Tegelijkertijd met het opkomen van de zon nam ook de bewolking toe. We hielden onze adem in maar de bewolking won het van de zon. We dropen teleurgesteld af, op zoek naar onze jeep. Weer dezelfde chaos. Eindelijk vonden we onze jeep en gingen weer naar beneden. Op een grote kale aangekomen stonden er allemaal paardjes in de mist. Er was nauwelijks zicht. De chauffeur vroeg of we op de paardjes wilden. Je kon er mee naar de Bromo. Gezien de mist hadden we geen zin in een tweede deceptie en gingen naar ons hotel. Van daar uit was te zien dat de kraterrand net boven de wolken lag. Hadden we dus wel omhoog gekund met de paardjes. De hele voorlichting over hoe of wat was niet aanwezig. Al met al een teleurstellende ervaring. Dan maar vroeg op pad naar onze volgende bestemming; Kalibaru. Onderweg nog wat gedronken en goed gegeten in een restaurant met een prima Nederlands sprekende bediende in Kalibaru. Ondertussen was het weer gaan regenen. Voor maandag stond een bezoek aan een plantage op het programma. Volgens de chauffeur was deze echter op maandag gesloten zodat hij voorstelde om nu te gaan. Gezien de regen zagen we dit niet zitten maar we zijn toch maar gegaan. Gelukkig hield de regen tijdens de tour langzaam op. We werden ontvangen door een vrouw die uitstekend Nederlands sprak. De plantage bestond uit een tuin met allerlei fruit-, kruidenbomen, rijstvelden e.d.. De tuin was schitterend aangelegd. Eerst kregen we een uitgebreide uitleg over alle vruchten en kruiden en konden we ruiken en proeven. In de tuin zagen we alles groeien en bloeien. Bijzonder was dat er sap werd afgetapt van de onvolgroeide bloem van de kokosnootpalm. Het topje van de bloem wordt afgesneden en daaronder wordt een bakje gehangen om het sap op te vangen. Het bakje wordt twee keer per dag geleegd door een man de 15 m omhoog de palm in klimt. Wij kregen hier een demonstratie van. Aan het eind van de rondleiding maakten een aantal meisjes van de bladeren van de kokospalm allerlei mooie voorwerpen. Twee meisjes van zes deden een traditionele welkomsdans. Aan de hand brachten ze ons naar de auto. Al met al een heel leuke ervaring. We hebben ook nog de durian geprobeerd, de vrucht die zo lekker zou zijn maar ook zo zou stinken. Beide valt mee, hij is niet zo lekker en de stank gaat wel.
De tuin van ons hotel staat ook helemaal vol met fruitbomen en andere mooie planten. De kamer is basic maar netjes. We zitten tegen de stad aan en we worden gek van de imams die elkaar lijken te willen overstemmen. Op een gegeven moment dachten we er wel vier tegelijk te horen. Terwijl we dit schrijven begint het weer hard te regenen. De imams houden er gelijk mee op.