19 April Kediri - Bromo

Onze chauffeur, Tatang, is een toeteraar. Als het stoplicht op groen springt toeter hij 2 keer, als hij passeert, toetert hij en verder toetert hij nog om voor ons duistere redenen. Het begint te wennen. We rijden van Kediri naar Bromo. Koffie drinken we in een lokaal tentje waar we op de grond moeten zitten. De koffie is zoals eigenlijk al bekend, niet lekker. We stoppen bij een waterval van circa 25 m hoog. Redelijk druk. We weten nu ongeveer hoe Jantje Smit zich moet voelen. Steeds op de foto met bewonderaars. Gillende meiden. Wij ontkomen er ook vandaag niet aan. We maken een omweg via Malang, een door de Hollanders gestichte stad. Nog veel koloniale villa's. We lunchen bij Toko "Oen". Op het Nederlandstalige menu komen kroket, saucijzenbroodjes en uitsmijter voor. Onderweg komen we veel stalletjes tegen met durian. Een grote vrucht met stekels die erg lekker schijnt te zijn maar ook schijnt te stinken. We hebben ons er nog niet aan gewaagd. Opvallend in Indonesië is dat verkopers van dezelfde producten elkaar opzoeken. We hebben bijv. slechts op een plek sleutelmakers gezien maar wel gelijk 5 naast elkaar, vliegers idem dito. In een dorp wel 20 kramen met beeldhouwwerken uit lavasteen en daarna niet meer. Voor houtbewerking weer hetzelfde.

Het is de hele dag bewolkt. Als we op het eind van de middag de bergen ingaan richting Bromo komt de regen met bakken naar beneden. Het is een hele rit bergopwaarts en we zijn pas om zes uur bij het hotel. We worden verwelkomt door twee grote kevers van 3 cm lang op de trap naar de receptie. De ontvangst bij de receptie is weinig vriendelijk. De kamer is niet geweldig. We zitten op 2200 m en het is koud. Goed dat we vesten bij ons hebben. We reserveren een jeep voor morgenochtend om naar de Bromo te rijden om de zonsopgang te zien. We worden om half vier gewekt. Hopelijk is het dan helder.